Je krijgt wat je meet!
Dat is de uitspraak die bij me opkwam toen ik "De Staat van het Onderwijs" deze week onder ogen kreeg. Niet alleen vanwege de inhoud van dit ‘werkstuk’, maar ook vanwege eenvoud en de schijnbaar algemene geldigheid er van binnen het onderwijs en daar buiten.
"Je krijgt wat je meet!" is dus de stelling. Elke docent weet dat de vorm en inhoud van de toets (of een andere beloning/consequentie) in hoge mate het gedrag van leerlingen bepaalt. Hoe hoog en ambitieus je ook met je leerdoelen in de taxonomie van Bloom gaat zitten, als leerlingen weten dat ze beoordeeld worden op feitenkennis, zal dat hun gedrag in hoge mate bepalen tijdens het leren en in de voorbereiding op de toets.
Dat zelfde mechanisme geldt voor (onderwijs)organisaties. Als je weet dat je ‘afgerekend’ wordt (het woordgebruik staat me tegen) op bepaalde indicatoren, dan zul je je daar als school naar richten. Behalve natuurlijk die scholen die eigengereid menen dat zij andere prioriteiten willen stellen, met het risico wat lager te scoren op andere kerntaken of indicatoren die daarbij horen. Dat is dapper, maar dus ook niet zonder risico.
Stel je voor dat het beoordelingsschema van de hoge rekstok niet mee was ontwikkeld met de innovatiedrang van sommige sporters die de grenzen van het hun mogelijke hebben opgezocht. Dan zouden we bij het turnen aan de hoge rekstok nog steeds tevreden zijn met een enkel vluchtelement dat tot in de puntjes verzorgd is. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Nu de punten voor de uitvoering (E-score) zwaarder wegen, besteedt Epke daar meer aandacht aan. Zo zie je ook in de sport dat calculerend gedrag soms wordt gestimuleerd door de wijze van meten, en het meten (beoordelen) bewust wordt ingezet om bepaald gedrag te stimuleren.
Nu we dat mechanisme kennen, kunnen we het natuurlijk ook ten goede, of op zijn minst bewust toepassen. Denk aan het voorbeeld uit het turnen. Dat geldt dus ook voor de docent, de inspectie, vaders en moeders, de overheid als geldverstrekker (zowel in het onderwijs als de zorg worden soms perverse financiële prikkels geïntroduceerd die tot ongewenst gedrag leiden) en vele andere betrokkenen en belanghebbenden.
Omdat ik mijn reflectie bij de Staat van het Onderwijs begon en de onderwijsinspectie conclusies trekt over vernieuwingsonderwijs gebaseerd op de resultaten volgens het eigen onderzoekskader, adviseer ik om nog eens goed naar dat kader te kijken in het licht van: je krijgt wat je meet.