Consistentie levert Kwaliteit
Wat bedoelen we met Kwaliteit en meer in het bijzonder met (de) Kwaliteit van Onderwijs? Heeft een school kwaliteit, is het een goede school, als alle bolletjes van de onderwijsinspectie 'goed' staan? Weten we als we een les binnenlopen of het een goede school is? Of als we het jaarverslag lezen? Ik doe onderzoek naar de kwaliteit van de kwaliteit en noem dat Metakwaliteit. Daarbij ben ik zeer geïnspireerd geraakt door wat Pirsig heeft geschreven over kwaliteit. Naast de kwaliteit die 'moet' zet ik de kwaliteit die wij 'willen'. Het gaat immers om wat wij werkelijk van waarde vinden en hoe wij dat willen bereiken en zichtbaar, merkbaar maken.
Tijdens de opleiding tot informatiemanager (MIM) kwam ik in aanraking met het begrip 'alignment' dat in verschillende modellen op het gebied van ICT wordt gehanteerd om het uitlijnen van de voorziening ICT met de rest van de organisatie te bespreken. Het voor mij meest complete en werkzame model is dat van Rik Maes, links van deze tekst. Wat leidend is, van waarde en richtinggevend, is de strategie van de business. Voor een school is dat onderwijs, en soms ook onderzoek en advisering, maar altijd onderwijs. De rest van wat wij doen en hoe wij dat organiseren zou 'in lijn' moeten zijn met waar voor willen staan en hoe wij daar aan willen werken. Ik ga nu niet in op de begrippen missie en visie omdat we dan al snel in een semantische discussie terechtkomen. Hoewel ik die in zijn algemeenheid interessant vindt, woorden luister immers nauw, moet dat nu even wachten.
In het verleden raakte ik eerder al geïnspireerd door het boekje Consistent configureren van Carlo Hover (1988), dat zich toespitst op de organisatie van onderwijsmodellen. Het teach as you preach en de neiging tot consistentie zijn mij kennelijk ingebakken of aangeboren. Het zijn vaak de meest simpele principes, ook in het onderwijs, die fundamenteel zijn voor wat wij als kwaliteit ervaren, en hun uitdaging vervolgens vinden in de uitvoering er van. Zo ook geldt dat voor de zogenaamde constructive alignment van Biggs (2003). Omdat ook hier alignment het leidende principe is, maar nu op les- of module-niveau, kwam ik op het idee om het model van Maes aan te passen. Het model van Maes lijkt namelijk een hiërarchie aan te geven, waarbij het richten boven het inrichten en verrichten staat. Het uitlijnen van het verrichten kent zodoende het inrichten als tussenstap. Hetzelfde kan gezegd worden over de rijen (horizontale verdeling) in zijn model.
Zodoende kom ik voor de onderwijsorganisatie tot een drie-hoekig model, met drie driehoeken en daarbinnen weer drie driehoeken. Kortom het is nog steeds een negen-vlak, alleen zijn de verhoudingen veranderd en kan uitlijning tussen alle vlakken plaatsvinden zonder dat daarin een hiërarchie ligt opgesloten. Het aardige (al zeg ik het zelf) van dit model is dat elke driehoek zijn eigen 'cement' kent en eigenlijk een vierde driehoek. In komende blogs zal ik uitgebreider ingaan op de verschillende driehoeken, hun onderlinge verhoudingen en het cement dat hen verbindt. Uitgangspunt in mijn denken is dat wanneer alignment of consistentie aanwezig is de stakeholders kwaliteit zullen ervaren vanwege de samenhang der dingen en een gevoel van "ja, het klopt!". Let wel dat is een kwaliteit van de organisatie en dus niet de kwaliteit. Immers, we kunnen, gebaseerd op uiterst verwerpelijke uitgangspunten een volledig consistent systeem creëren. Ik hoef de voorbeelden niet te nomen, die zijn inmiddels bij de lezer opgekomen.
Wordt vervolgd.